Moldavië is een van de armste landen van Europa. Het leven is er hard, de armoede en werkloosheid zijn hoog. 38% van de bevolking moet rondkomen met minder dan € 1,65 per dag. Al vele jaren verlaten jonge mensen dan ook hun geboorteland om ergens anders in Europa te gaan werken. De schatting is dat ongeveer een kwart van de bevolking in het buitenland werkt.
Dit massale vertrek heeft ervoor gezorgd dat twintig procent van de kinderen in Moldavië is achtergelaten door één of beide ouders. Een op de tien woont zelfs bij geen van zijn of haar biologische ouders. Deze kinderen zijn zo al op jonge leeftijd op zichzelf aangewezen. Vaak gaan ze regelmatig niet naar school en veel kinderen voelen zich eenzaam en verlaten.
De achtergebleven kinderen
Het Moldavisch Bijbelgenootschap zet zich samen met lokale kerken in voor deze achtergebleven kinderen. Ook vriendinnen Catalina (10) en Alexandra (13) wonen niet bij hun eigen ouders. Catalina woont al jaren bij haar grootouders, omdat haar vader en haar moeder in Italië werken. De ouders van Alexandra zijn overleden. Daarom woont zij met haar broer en drie zussen bij een tante.
Alexandra vindt het moeilijk om nog te geloven in liefde, zorgzaamheid en vriendschap. Haar is geleerd dat de Bijbel het Woord van God is dat levens kan veranderen, maar ze weet niet zo goed wat ze daarmee moet. Toch vond ze tijdens een activiteit van het Moldavisch Bijbelgenootschap het bijbellezen fijn. Het verhaal over het verraad van Jezus raakte haar ook echt.
Samen bijbellezen
Kerken doen hun best hoop en toekomst te bieden aan deze kinderen, onder meer met de boodschap dat bij God iedereen geliefd is. Maar geschikt kindermateriaal voor bijbelstudie is er amper.
Daarom werkt het Nederlands Bijbelgenootschap samen met het Roemeens en Moldavisch Bijbelgenootschap aan de vertaling van de Samenleesbijbel in het Roemeens. Door de verwerkingen en open vragen kunnen vrijwilligers met de kinderen in gesprek gaan over de betekenis van de Bijbelverhalen voor het dagelijks leven. De kinderen mogen de bijbel mee naar huis nemen, zodat ze er daar samen met hun (groot)ouders of verzorgers uit kunnen lezen.