Hoofdinhoud

‘Als er een God is, is hij een betrouwbare God’

Tien jaar lang, tot 2012, was Rowan Williams aartsbisschop van Canterbury en dus hoofd van de wereldwijde Anglicaanse kerkfamilie. Maar geliefd werd hij vooral door zijn boeken. Waarom leeft hij, ondanks alles wat in de wereld gebeurt, in vertrouwen op de God van de Bijbel?

In de NBV : 2 Kor 3:18:

Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.

‘Nee, ik ben allerminst een heilige, dat weet ik maar al te goed’, lacht Williams als we hem ontmoeten in Nederland, tijdens de presentatie van zijn nieuwste boek, Wat is heilig? ‘Ik schreef dit boek niet alsof ik er verstand van heb en anderen niet. Ik probeer naast de lezer te staan en reik hulpmiddelen aan waarmee je open voor God kunt worden. Hulpmiddelen uit de Schrift maar ook uit de geschiedenis, bijvoorbeeld uit het leven van Benedictus (de stichter van de Benedictijnse orde, die leefde van 480 tot 547, red.) en van de 16e-eeuwse Spaanse mystica Theresia van Ávila. Van haar geef ik praktische tips door over God ontmoeten tijdens je gewone werk. Zij zweefde echt niet altijd ergens in de lucht! En de Regel van Benedictus is niet alleen iets voor monniken. Iedereen kan ervan leren hoe je geduldig, liefdevol en vreedzaam met anderen kunt samenleven. Het is allemaal heel down to earth.’

Om deze video te kunnen bekijken moet je ‘Sociale media en advertenties’-cookies accepteren. Klik hier om jouw cookie-instellingen te wijzigen.

Bijbelleescrisis

Uit onderzoek van het Nederlands Bijbelgenootschap bleek in 2017 dat ook christenen minder in de Bijbel lezen dan vroeger. ‘Daar ben ik bezorgd over’, zegt Williams. ‘Ik ontmoet regelmatig enthousiaste christenen bij wie geloven vooral om gevoel lijkt te draaien. Ze vertellen graag dat geloven hen een positief gevoel geeft. Bij hen mis ik een idee van the big picture, het grote verhaal. Wie alleen op z’n gevoel let, heeft geen compleet godsbeeld en raakt het besef kwijt dat God ons liet zien wie Hij is. Dat deed God in de eeuwenlange wisselwerking met de mensen, waarover we in de Bijbel lezen en waarvan Jezus’ optreden het centrum is. Jezus is de grote wisselwerking tussen God en mensen, door wie alles verandert.’
Tussen fundamentalisme en vrijzinnigheid
Sommige theologen pleiten ervoor om de Bijbel niet meer te lezen als richtsnoer voor ons geloof maar alleen als inspiratiebron. Dan zijn we af van lastige bijbelverhalen, waar we ‘niets mee kunnen’. En dan nemen we de Bijbel alleen ter harte in zoverre de verhalen ons inspireren. Williams daarover: ‘Mensen zien helaas vaak maar twee keuzes. De ene is een onversneden fundamentalistische kijk op de Bijbel. Dan is het een boek van regels en wetten, onfeilbaar, en mag je verder geen vragen meer stellen. De andere is een vrijzinnige visie. Dan is de Bijbel een inspirerend, interessant boek waar je wel eens wat aan hebt, net als aan de sprookjes van Grimm. Ik kies voor een weg ertussenin, een weg die de kerk altijd bewandeld heeft. De Bijbel is de wereld die we met elkaar delen en bevat de verhalen die ons gemaakt hebben tot wie we zijn. Wie de Bijbel alleen gebruikt als inspiratiebron of vindplaats van briljante ideeën of oude wijsheid, mist het punt dat dit boek de verhalen bevat van Gods verbondenheid met mensen als wij. En via die verhalen verbindt God zich ook met ons. Hij zegt als het ware tegen ons: “Dit is hoe ik ben, dit is wat jullie zouden kunnen zijn”. Daarom moeten we altijd naar die verhalen teruggaan, zodat ze tot ons kunnen spreken en ons verrassen met nieuwe perspectieven.’

Achterhaald en vrouwonvriendelijk?

Wie het voor de Bijbel opneemt, krijgt te maken met stevige tegenwerpingen. Zoals: het is een vrouwonvriendelijk boek met een achterhaalde seksuele moraal en een volkomen verouderd wereldbeeld. De wereld is bijvoorbeeld geen 5.000 jaar oud zoals de Bijbel suggereert, maar 3,8 miljard jaar. En de mens werd niet kant en klaar geschapen als Adam en Eva, maar ontwikkelde zich in geleidelijk evolutieproces uit de dieren.
‘Dat wordt een lang verhaal’, lacht Williams als we hem vragen hoe hij omgaat met die tegenwerpingen. ‘De belangrijkste vraag is: wat wil God ons laten weten via de Bijbel? En het antwoord is: dat we weten wie Hij is en wie wij zijn. Daar gaat het om in alle bijbelverhalen. Die verhalen zitten verpakt in een historische culturele context, die nu verouderd is en die we niet klakkeloos over hoeven te nemen. Het interessante is, dat het evangelie de cultuur van destijds niet overnam maar juist uitdaagde! Paulus, bijvoorbeeld, worstelde met wat in zijn tijd belangrijk werd gevonden over de rol van vrouwen. Al in de Hebreeuwse Bijbel, het Oude Testament, wordt aan vrouwen een hoge waardigheid toegeschreven en waren er vrouwelijke leiders en profetessen. Vrouwen zwegen allerminst in het Oude Testament, haha! En als Paulus het dan over het huwelijk heeft, zegt hij eerst iets wat iedereen in zijn tijd onderschreef, namelijk dat in het huwelijk de vrouw geen zeggenschap heeft over haar eigen lichaam; dat behoort aan haar man (1 Korinthe 7:4). Maar, en nu komt het: hij zegt erbij dat het ook omgekeerd geldt: ook de man heeft niet de zeggenschap over zijn eigen lichaam, die komt toe aan zijn vrouw! Dáár protesteerde iedereen in die tijd tegen. Laten we de Bijbel lezen met dit soort voorbeelden in ons achterhoofd. Het is niet een boek dat compleet met een zwart kaft eromheen uit de hemel gevallen is. De Bijbel is een verslag van een ontdekkingsreis, vol worstelingen met allerlei kwesties.’

Schepping en evolutie

Dan die andere kwestie: waren er ooit een historische Adam en Eva, of is de mens voortgekomen uit een geleidelijk ontwikkelingsproces? Williams: ‘Er staan twee scheppingsverhalen in de Bijbel. Het is alsof de schrijvers van Genesis duidelijk willen maken dat er meer dan één manier is om te vertellen over het begin. Ook hier geldt weer: wat wil God dat we weten over het begin? Volgens mij: dat alles van God afhankelijk is. God schiep – en daarna volgde een proces waarin de schepping zichzelf verder ontwikkelt. Maar zodra de mens op het toneel verscheen, ging het mis. En daarover wil God ons laten weten dat dit niet betekent dat hij zijn schepping de rug toekeert. Dat is the big story. Niemand hoeft te geloven dat de aarde 5.000 jaar oud is. Ik heb er geen problemen mee om mezelf te zien als het eindproduct van een evolutieproces. Ik geloof dat God in dat hele proces actief is én dat mensen naar Gods evenbeeld geschapen zijn. Al in de 4e eeuw schreef Gregorius van Nyssa (één van de kerkvaders van de Oosters orthodoxe kerk, red.) dat de geest van een mens zich niet afzonderlijk van het lichaam ontwikkelt, maar in een heel groeiproces tevoorschijn komt. Er is geen scheiding tussen het fysieke en het geestelijke, zegt Gregorius (De schepping van de mens, XXXIX.1-3). Dat kun je vergelijken met een evolutieproces. Voor mij zijn schepping en evolutie niet strijdig met elkaar.’  

God als illusie

Een andere tegenwerping tegen de Bijbel is, dat het niet bewijsbaar en niet aannemelijk is dat God bestaat. Geloof in God wordt vaak gezien als wishful thinking voor bange mensen. Wat vindt Williams daarvan? ‘De God die we in de Bijbel ontmoeten is beslist niet de tandenfee die een beloning achterlaat onder je kussen. Het is een God die ons verontrust, laat groeien en uitdaagt. Het was comfortabeler geweest voor Abraham om gewoon in Ur te blijven wonen. Je kon daar goed leven, carrière maken en je oude dag doorbrengen. Maar Abraham overkwam een mysterie. Een aanhoudende, mooie, angstaanjagende oproep bracht hem ertoe weg te trekken en iemand anders te worden. Hij hoorde Gods stem, zegt de Bijbel. Ik kan me daar nauwelijks wat bij voorstellen. Maar ik ken veel mensen – zowel christenen als niet-christenen – die op een punt kwamen waarop ze beseften: zo kan ik niet verder, ik ben de weg kwijt, ik moet ergens anders ruimte zoeken. Dat is hoe mensen in onze tijd Gods stem horen. Sommigen noemen het ‘goddelijke onvrede’, een besef dat ze niet langer meester over hun eigen geloof zijn, dat zich iets groters aan hen opdringt. Precies dat is de reden waarom geloven geen eigen fantasie is. Geloof verandert mensen.’

Twijfel

Hoe moeten we ons het voorstellen, dat Jezus zal terugkeren ‘op de wolken’ (Matt. 24:30)? Kunnen we het koppelen aan het moment, over zo’n 5 miljard jaar, dat de zon opgebrand zal zijn en zal exploderen? Dat is slechts één van de vele voorstellingen uit de Bijbel waar de twijfel aan kan knagen. Williams kent dit soort twijfels, maar slaat meteen een piketpaal: ‘Het tegendeel van twijfel is niet zekerheid, maar vertrouwen! Dat is de reden waarom ik niet in mezelf zoek om absolute zekerheid te vinden – behalve op één punt: ik ben er zeker van dat de God van de Bijbel te vertrouwen is. Hoe ik daar zeker van ben geworden? Door een samenspel van verschillende ervaringen: bijbellezen, me verdiepen in het leven van christenen door de eeuwen heen, en mijn eigen ideeën over groei en ontwikkeling. De Bijbel beschrijft mensen die vooruitgaan, maar ook falen, om vervolgens vergeving te ontvangen en hersteld te worden. Ook lees ik er dat God zijn beloften nakomt, met als hoogtepunt de komst van Jezus. Schijnbaar liep zijn leven uit op mislukking en marteldood, maar God bleef hem trouw en hij kwam terug uit de dood. Daarnaast laat ik op me inwerken hoe mensen in alle tijden dit grote verhaal hebben ervaren. Bijvoorbeeld de heiligen die ik in het begin van dit gesprek noemde, maar ook mensen die ik zelf gekend heb. En tenslotte ga ik mijn eigen leven na: mijn inspanningen en mislukkingen, mijn vallen en opstaan. Ik merkte dat God ondanks alles niet bij me weggegaan is. Dat is het bevrijdende effect van de Schrift, want daarin draait het om vertrouwen. Als ik dit alles bij elkaar optel, ben ik er behoorlijk zeker van dat áls er een God is, hij een betrouwbare God is.

Wij zijn ons brein?

Williams vindt de Bijbel ook in onze seculiere tijd van onschatbare waarde. Volgens hem is het een misvatting als we denken dat we onszelf kunnen reduceren tot processen in ons hersenen. Dat deed hersenwetenschapper Dick Swaab in zijn boek Wij zijn ons brein uit 2010. De consequentie daarvan is dat we geen vrije wil hebben en dat geloof een menselijke projectie is. Williams: ‘Het mensenhart verandert niet door de millennia heen. Daarom roepen de bijbelverhalen ook in onze tijd nog steeds herkenning op. Ook wij 21e-eeuwse mensen kennen vreugde en vrees, schaamte en twijfel. Mensen als Abraham, David, of Paulus – die worstelden, faalden en daarna een nieuw zicht kregen op God en zichzelf – zijn geen onherkenbare karakters, geen figuren in gebrandschilderd glas. De verhalen over zulke bijbelse personen raken ons, raken ook mensen die ze voor het eerst horen. Een journalist vroeg me eens wat het verhaal van de barmhartige Samaritaan wil zeggen. Ik zei: Stel je voor, een man wordt onwel op een station. Een maatschappelijk werker en een dominee lopen snel door, maar een Roemeense immigrant knielt neer en helpt de man. “O, gaat het dáárom!” zei de journalist verbaasd. Waarschijnlijk dacht hij, net als vele anderen, dat de Bijbel een dik boek is vol onbegrijpelijke regels en rare verhalen.’
Uit dit soort ervaringen trekt Williams een conclusie die bijbelliefhebbers aan het werk zet: ‘Daarom moeten de bijbelverhalen direct en zonder opsmuk verteld blijven worden. Dan kunnen er nog steeds bijzondere dingen gebeuren.’

Interviews

Was dit interessant of nuttig? Deel dit bericht met je netwerk!