Hoofdinhoud

‘We hebben het niet gemakkelijk en ons werk is soms gevaarlijk’ 

Dat zegt directeur Azhar Mushtaq van het Pakistaans Bijbelgenootschap. Zijn land is nummer 7 op de ranglijst van Open Doors van landen waar christenen het zwaar hebben. Begin maart bracht hij een werkbezoek aan het NBG.

Mushtaq komt uit een christelijke familie, is Anglicaans priester en woont in Karachi. Sinds twee jaar is hij directeur van het Pakistaans Bijbelgenootschap (PBG). Christenen zijn zwaar in de minderheid: van de 240 miljoen Pakistanen is 96% islamitisch en 2% christen.  

In de zomer van 2022 werd Pakistan getroffen door de ergste overstromingen ooit. Door hevige regenval vanwege klimaatverandering stond een derde van het land onder water. 30 miljoen Pakistanen raakten alles kwijt. Mushtaq: ‘Onze gebouwen en medewerkers leden geen schade, maar kerken in de landelijke gebieden wel. We bezochten zwaar getroffen kerken in het noorden en boden noodhulp. Praktische hulp – kleding, bedden en voedsel – én geestelijke hulp: we gingen met hen in gebed en wie zijn Bijbel of gezangboek kwijt was kreeg van ons een nieuw exemplaar. De noodhulp was er voor alle getroffenen – ook moslims of hindoes. Dat hoort bij ons getuigenis. Alle mensen zijn Gods mensen. We maken geen onderscheid.’ Dat viel op – er waren ook organisaties die alleen hindoes of moslims hielpen. 

Het hoofdkantoor annex winkel van het PBG staat in Lahore en een kleiner kantoor in Karachi. Daarnaast zijn er boekwinkels in Baluchistan en Peshawar en verkooppunten in andere steden. In totaal werken er voor het PBG zo’n 40 mensen, betaald en vrijwillig. Zij voorzien de 4,8 miljoen christenen in dit grote en dichtbevolkte land te voorzien van Bijbels en materiaal rondom de Bijbel. 2020 was een mijlpaal: toen werd de Bijbel in het Pasjtoen gepresenteerd. ‘We nodigden ook islamitische wetenschappers uit en gaven een exemplaar aan’, vertelt Mushtaq. ‘Ze voelden zich vereerd en waren er blij mee. Ook 2023 was het feest: toen verschenen er vertalingen van het Nieuwe Testament in vier kleinere Pakistaanse talen.’ 

Hoe is het om directeur te zijn van het PBG in een land waar de haat tegen het christendom soms hoog oplaait? ‘Ik ben voorzichtig met wat ik zeg, want het kan zomaar verdraaid worden’, zegt Mushtaq. ‘Ik geef bijvoorbeeld geen commentaar op de strenge islamitische wetten in ons land of de toepassing daarvan.’ In een grote stad als Karachi voelt Mushtaq zich vrij om te zeggen dat hij christen is en om conform zijn geloof te leven. ‘Alleen evangeliseren is niet mogelijk. Dat doe ik dus ook niet.’ Maar, zegt hij: ‘Voor mensen met een laagbetaalde baan, bijvoorbeeld als huishoudelijke hulp, is het zelfs in een stad riskant om te vertellen dat ze christen zijn. 

En dat geldt nog sterker voor christenen in gebieden waar het opleidingsniveau laag is. Ze zijn in hun dorp vaak de enige christelijke familie. En als je dan samenwerkt met niet-christenen, vertellen je collega’s je dat je je eigen beker moet meenemen. Ze willen niet uit dezelfde beker drinken als jij. Veel huiseigenaren – ook in steden – willen geen huis verhuren aan christenen. En als christen krijg je nergens een toppositie. Discriminatie is wijdverbreid.’ 

Het Bijbelgenootschap werkt aan goede relaties met de islam. ‘Vreedzaam samenleven vinden we belangrijk’, zegt Mushtaq. ‘Daarom hebben we goede contacten met de imam van de Badshahi moskee, een grote moskee van de overheid (zie foto). Als we buitenlandse gasten hebben, bezoeken we die moskee en omgekeerd komen hun bezoekers bij ons. We trekken ons bewust niet terug in onze eigen bubbel. We willen onderdeel zijn van de samenleving. We hopen dat mensen door ons gedrag iets van Christus in ons zien. Zij waarderen ons en wij waarderen hen. Wij hebben een fraai Bijbelmuseum met ruim 400 Bijbels, manuscripten en andere voorwerpen. Ook moslims bezoeken dat, bijvoorbeeld leraren en studenten, om kennis te nemen van het christelijk geloof. Sommige islamitische vrienden zeggen zelfs dat hun geloof niet compleet is als ze niet in Jezus geloven.’ 

Pakistan kent een strenge wet op godslastering. Christenen worden regelmatig aangeklaagd omdat ze die wet zouden hebben overtreden. Het bekendste slachtoffer was Asia Bibi, een vrouw die negen jaar in de gevangenis zat en uiteindelijk toch vrijgelaten werd. ‘We hebben het niet gemakkelijk als christelijke organisatie’, erkent Mushtaq. ‘We zijn enorm dankbaar voor de steun en het gebed van talloze mensen. Ons werk is soms gevaarlijk. Pakistanen denken al snel dat wij evangeliseren – en dat is verboden. We moeten ons soms in een bocht wringen om die indruk te vermijden. Ik was een keer bij een diploma-uitreiking van een alfabetiseringsproject.

Eén van de deelnemers had openlijk gezegd: “Wij willen de Bijbel leren lezen en daarom deze cursus doen.” Maar de dorpsraad moest wel instemmen met de cursus. De plaatselijke predikant had duidelijk gemaakt dat het niet om evangelisatie ging, en dus was die toestemming gekomen. Bij de diploma-uitreiking gaf ik alle deelnemers een Nieuwe Testament – behalve de islamitische deelnemers. Eén van hen, een oude man met een lange baard, zei tegen me: “Jongeman, ik wil ook zo’n Nieuwe Testament, waarom sla je mij over?” Zo word je soms verrast.’ 

Verrassend is ook dat het christelijk geloof geen koloniaal importproduct is, maar teruggaat tot de eerste eeuw na Christus. Volgens de legende is Tomas in het huidige Pakistan en India geweest om het evangelie te verkondigen. ‘Archeologische vondsten hebben bevestigd dat het christendom hier toen al bekend was’, vertelt Mushtaq. ‘Er zijn zogenaamde Thomaskruisen gevonden, zoals het Taxilakruis, dat bewaard wordt in de Anglicaanse kathedraal in Lahore (zie foto). In die kerk werkte ik twee jaar als priester.’ Taxila was destijds een belangrijke stad in de regio Punjab. 

Tomas twijfelde aan Jezus’ opstanding, maar Mushtaq heeft nooit getwijfeld aan het christelijk geloof waarmee hij werd opgevoed. Wel deed hij een zoektocht om erachter te komen of zijn roeping in de kerk lag. ‘Toen ik veertien was, bezocht ik een jeugdkamp. Daar werd uitgelegd dat werken als voorganger niet gemakkelijk is. Als je je daartoe geroepen voelde, kon je voor je laten bidden. Dat heb ik toen gedaan.’ Het was een beslissend moment. ‘Daarna leerde ik dat leven met Jezus geen zaak is van wilskracht of wetenschappelijk bewijs. Het gaat om innerlijke leiding door de Geest, die vrede en harmonie geeft.’ 

De kostprijs van een Bijbel is gestegen de laatste twee jaar. Voor veel Pakistanen is een Bijbel (te) duur.  Mushtaq bezocht de Bijbelgenootschappen in Nederland en Spanje om fondsen te werven voor Bijbelverspreiding onder mensen die geen Bijbel kunnen betalen. Ook zoekt hij naar steun voor een lopend vertaalproject van de 100 Stappen Samenleesbijbel in het Urdu. Mogelijk kan die steun van het NBG komen. Mushtaq is enthousiast over andere projecten en producten van het NBG: ‘Hemels groen, bijvoorbeeld. Zorg voor de schepping is een van de United Bible Societies-prioriteiten en zeer actueel in Pakistan. Ik heb voorgesteld Hemels groen te vertalen in het Engels, zodat wij het kunnen vertalen voor de kerken in ons land. Dat geldt ook voor kindernevendienstmethode Bijbel Basics en andere uitgaven voor kinderen en jongeren. Zoiets kunnen we goed gebruiken. Als Bijbelgenootschappen werken we immers samen aan hetzelfde doel – de Bijbel voor iedereen – en we gebruiken elkaars expertise. Maar, vergeet vooral niet voor ons te bidden. Dat is het belangrijkste.’ 

Interview en tekst: Peter Siebe 

Impactverhaal

Was dit interessant of nuttig? Deel dit bericht met je netwerk!