Dat vertelt eigenaar Job Koppejan van Boekhandel Smit, in een zijstraatje van het beroemde stadhuis van Gouda en de Sint-Jan met zijn gebrandschilderde glazen. In één week gaf hij 450 Bijbels aan mensen die er een kwamen halen, voor zichzelf of voor iemand anders. Koppejan leest dagelijks in de Bijbel. Het is voor hem een spiegel en een kompas, het Boek waardoor God tot hem spreekt.
Bijbel in Gewone Taal
Het begon met een telefoontje van de nabestaanden van Lenie van Dam-Kleiweg. Die gingen in de rouwadvertentie in de plaatselijke krant een zinnetje over zo’n gratis afhaalbijbel plaatsen. Koppejan: ‘Ik was compleet verrast door dit gebaar, en vroeg me meteen af welke Bijbel dat dan moest zijn. Ik heb hier wel drie kasten met Bijbels.’ Gekozen werd de Bijbel in Gewone Taal, een begrijpelijk Bijbel in eenvoudig Nederlands. ‘Dat paste bij de wens van deze dame: zij wilde mensen die de Bijbel niet kennen, ermee in aanraking brengen. Als kinderbijbel kozen we de Voorleesbijbel.’ Koppejan kreeg louter positieve reacties van klanten op deze Bijbels, die geleverd werden door het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
Er worden trouwens ‘enorm veel Bijbels verkocht’, merkt Koppejan. Dat gaat soms gepaard met een bijzonder verhaal: ‘Gisteren kwam hier een mevrouw, die in Spanje na een diep gesprek met iemand haar eigen Bijbel had weggegeven. Ze kwam een nieuwe halen.’
Mensen op zoek
Nagenoeg alle christelijke media berichtten over deze rouwadvertentie. ‘Het werd ook op X gepost en dat ging viraal’, vertelt Koppejan. ‘Toen wist ik dat dit groot zou worden. De eerste belangstellende stond ’s morgens om 9 uur al voor de deur te wachten op de eerste dag van de actie. Het was het gesprek van de dag. En het bleef maar lopen. Mensen kwamen er zelfs voor uit Emmen, Zwolle en Groningen.’
Die eerste belangstellende was Arjan Bos. Hij kwam een Bijbel halen voor een collega. Of, eigenlijk ging het zó, vertelt Bos: ‘Niet ik nam het initiatief maar hij! We hadden allebei de rouwadvertentie gezien. Hij vroeg me of ik meeging naar de winkel om een Bijbel te halen – want die had hij nog niet. Ik zei natuurlijk ja. We werken samen in een vast ploegje bij een schoonmaakbedrijf. Hij is begin twintig, ik ben vijftig. Onze gesprekken over God begonnen op een maandagmorgen, toen we aan elkaar vertelden wat we in het weekend gedaan hadden. Wat bleek: hij en ik waren allebei op zondag naar de kerk geweest. Hij is nog zoekend, hij staat met één been in de wereld en met het andere been in het geloof.’
Zo’n bijzondere daad van deze mevrouw helpt, als je het over de Bijbel wilt hebben met anderen, vertelt Bos. ‘Ik ben voorzichtig om op m’n werk over de Bijbel te beginnen. Dat leidt geheid tot discussie. Bijvoorbeeld over christenen die “niks mogen”, of vrouwen die “met een hoedje op naar de kerk moeten”. Maar nu kwam de Bijbel positief ter sprake.’
Die collega van Bos nam trouwens twéé Bijbels mee uit de winkel. ‘Ook de kinderbijbel. Met het oog op de toekomst, zei hij.’
Drempelverlagend
Boekhandelaar Koppejan schat dat zo’n 20% van de afnemers voor zichzelf een Bijbel kwam halen. De overige 80% wilde er een geven aan iemand anders. ‘Tot de eerste groep behoorde een mevrouw die een Alphacursus volgde. De cursusleider had aangeboden om voor de deelnemers een Bijbel te halen, maar zij had de moed om zelf te komen. Dat was voor haar een grote stap, hier naar binnen gaan en dan ook nog om een Bijbel te vragen. Het heeft iets kwetsbaars, je laat merken dat je op zoek bent naar God. Net zo’n drempel ervaren mensen bij de kerk. Ze vragen zich af: “In wat voor wereld kom ik hier terecht? Hoe moet ik me hier gedragen?”’
Wat dus meespeelt is: schroom. Bijbelschaamte. Koppejan: ‘De meeste mensen die hier kwamen kunnen best zelf een Bijbel betalen. Maar ze voelen een hoge drempel om aan iemand die de Bijbel niet kent, zomaar een Bijbel te geven. Dat kan opdringerig over komen. Dus was deze actie de perfecte aanleiding om dit nu tóch te doen. Trouwens, er kwamen ook mensen om een Bijbel voor wie 30 of 40 euro – de prijs van een doorsnee Bijbel – te hoog is om te kunnen betalen.’
Waarom kwamen mensen zelfs van heel ver naar zijn winkel in Gouda? ‘Iemand uit Opheusden – niet bepaald naast de deur hier – wilde deel uitmaken van dit verhaal. Hij zei: “Ik wil aan mijn kinderen vertellen dat ik deze Bijbel te danken heb aan de bijzondere daad van deze dame.”’
Wie volgt?
Het gebaar van mevrouw Van Dam is dus in alle opzichten geslaagd. Je zou zeggen: wie volgt? Koppejan: ‘Inderdaad, dit kan meer mensen inspireren tot zo’n soort daad. Haar pure, onbaatzuchtige gebaar brengt mensen tot nadenken. Ze vragen zich af: “Wat laat ik na? Geld voor mijn kinderen, of ook nog iets anders?” Dit – de Bijbel – is toch het beste wat je kunt nalaten, zeiden mensen tegen me.’