Hupa is directeur van het Angolees Bijbelgenootschap (ABG), de Sociedade bíblica de Angola. Ze begon bij het ABG in 1999, nog tijdens de burgeroorlog die van 1975 tot 2002 duurde. Ze werd directeur in 2015 en moest meteen aan de bak. Ik ontmoet haar tijdens de UBS World Assembly in Egmond. ‘We zaten in de schulden, niet alle medewerkers gedroegen zich op een gepaste manier, en de kerken vertrouwden ons niet. Ik riep het bestuur bijeen en vertelde dat het roer om moest. Ik stelde een lijst op van waarden en gedragsregels die voor iedereen zouden gelden. Want we moeten ons werk zo doen, dat mensen daarin Jezus Christus herkennen.’
Transformatie
Acht jaar later blijkt dat Hupa’s aantreden een keerpunt was. ‘Ik denk dat de Geest aan het werk was. De schulden zijn afgelost en het vertrouwen van de kerken is terug. Ze werken graag met ons samen. We zijn God dankbaar voor deze transformatie.’
Bij het ABG werken momenteel 52 mensen en het Bijbelwerk is uitdagend. De corruptie is wijdverbreid – als je documenten nodig hebt, moet je niet denken dat je geholpen wordt als je netjes op je beurt wacht. Betaal je honderd dollar aan de juiste man, dan is het zo geregeld. ‘We hebben een groter kantoor nodig’, aldus Hupa. ‘Daarvoor vroegen we in januari 2021 een vergunning aan. Je wilt niet weten hoeveel bureaucratie daaraan vastzit. Pas toen ik op het vliegveld stond om naar de World Assembly te gaan, hoorde ik telefonisch dat het geregeld was. Zonder steekpenningen, na bijna drie jaar, dankzij persoonlijk contact met de vice-gouverneur van de provincie. Hij is christen en weet dat het ABG een goede naam heeft. Kerken vertrouwen ons en hebben een goede reputatie bij de overheid. Dat straalt op ons af.’
Betrouwbare partner
Van de 33 miljoen Angolezen is 80% christelijk, waarvan de helft Rooms-Katholiek is en de andere helft protestants. Het ABG werkt met alle kerken samen. Hupa: ‘We krijgen tegenwoordig van alle kanten uitnodigingen van kerken en overheden om samen te werken. Onze nieuwe president, João Lourenço, was bereid om op 4 april 2021 een Portugese studiebijbel in ontvangst te nemen tijdens een feestelijke oecumenische viering (zie foto). Kerken zien ons als een grote, betrouwbare en belangrijke partner bij de zendingsopdracht van Jezus (‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb’, Matteüs 28:19-20). Want wij maken de Bijbel beschikbaar en ontwikkelen projecten om ermee aan de slag te gaan.’
Hondentaal
Het verlangen naar de Bijbel is groot in Angola en de Bijbelvertaalprojecten werken emanciperend. Het gevoel van eigenwaarde van de doelgroep stijgt, blijkt uit het verhaal van Hupa: ‘Veel mensen zouden graag een Bijbel willen aanschaffen, maar zijn te arm. Anderen wonen in afgelegen gebieden waar de Bijbel niet te krijgen is. Weer anderen willen de Bijbel gebruiken in hun eigen moedertaal, maar zo’n vertaling is er niet.’
De officiële taal in het land is Portugees, maar slechts 60% van de inwoners spreekt deze taal. Angola kent dertig talen en twaalf daarvan zijn de belangrijkste. Het ABG vertaalt de Bijbel in negen van de talen, waaronder Kikongo en Umbundu. ‘Ik kan niet goed uitdrukken hoeveel de steun van het NBG betekent voor de Kikongo- en Umbundu-vertalingen’, zegt Hupa. ‘De Kikongo-Bijbel zal in 2026 klaar zijn en de Umbundu-Bijbel in 2025. Het NBG laat groot commitment en betrouwbaarheid zien. We bidden voor jullie staf en voor jullie leden en donateurs, die hiervoor vanaf het begin geld hebben gegeven.’
Een ander project, de vertaling in het Umbangala, bezorgde Hupa een onvergetelijke dag. Daar, in het noorden van Angola, werd op 12 juni 2022 het Nieuwe Testamant gepresenteerd. ‘De mensen dansten, waren in tranen en riepen: “Dank u God, dank u Jezus, nu hebben we eindelijk de Bijbel in onze eigen taal.” Ik huilde zelf ook omdat ik zoveel mensen zag huilen! Het raakte me diep. Ik wist niet dat ons werk zóveel betekende voor deze mensen. Een van de vertalers was ook in tranen. Toen ik vroeg waarom, zei hij: “Het was onze droom om tenminste iets in onze taal te hebben. Het Umbangala was altijd weggezet als een hondentaal, ongeschikt voor de Bijbel. En nu kunnen we in onze eigen taal het evangelie doorgeven en begrijpen waar de Bijbel over gaat.”’(Zie ook het YouTube-filmpje van de presentatie).
De Bijbel voor blinden
Trots is Hupa op een Bijbelproject voor visueel gehandicapten, dat startte met NBG-steun. Het ABG kocht braillemachines en zette een alfabetiseringscursus op. Hupa merkte hoe ontroerd de deelnemers waren. ‘Ze hadden nooit verwacht dat mensen in het buitenland om hen zouden geven. Een van hen zat depressief thuis en dacht aan zelfdoding. Maar toen zij hoorde van de cursus, was het alsof iemand zei: doe mee, je kunt het, je kunt iets leren. En nu was ze enorm blij dat ze braille leerde. Inmiddels is de tweede braillecursus gestart, en het project groeit.’
Invloed in de samenleving
Als ik vraag wat haar Bijbelgenootschap betekent voor de Angolese samenleving, zegt Hupa: ‘We raken ons land en onze cultuur kwijt als mensen niet weten wie Jezus Christus is. Mensen zijn dankbaar dat er het ABG er is, omdat het de christenen helpt om te leven volgens Gods aanwijzingen. De overheid, de kerken en christelijke samenwerkingsverbanden zoals de Raad van Kerken, realiseren zich hoe belangrijk wij zijn. De Bijbel is nodig voor de transformatie van mensen en dat brengt ons land verder. Ondanks de verschillende culturen zijn we één in Christus. Onze Bijbelverspreiding helpt om eenzijdigheden – zoals het welvaartsevangelie dat jonge kerken prediken – tegen te gaan. Ik let graag op Ester, het Joodse meisje dat koningin werd en de moord op haar volk voorkwam. Daar leer ik van dat alles kan veranderen als we met God durven optrekken. Ook al weten we vooraf nooit hoe het uitpakt.’
Wil je onze Bijbelprojecten steunen?
Interview: Peter Siebe