‘Tot zo’n 25 jaar geleden werd alles wat christelijk was, tegengewerkt. Christenen waren tweederangsburgers en werden sterk gediscrimineerd, bijna vervolgd. Daarna kwam er meer vrijheid’. Aldus directeur Alain Montano Hernández en voorzitter Joel Ortega Dopico van het Cubaanse Bijbelgenootschap (CBG, Sociedad Bíblica Cubana). Beide zijn voorganger in een protestantse kerk.
Goede naam
‘Tegenwoordig is de situatie heel anders’, vervolgt Ortega. ‘We hebben ongekende mogelijkheden om de kerken aan Bijbels te helpen. En de kerk groeit. Hoe dat komt? Het heeft te maken met de economische malaise op Cuba, maar ook met de volharding en trouw waarmee de kerk de moeilijke jaren 1958-1995 doorstaan heeft. Dat leverde de kerk een goede naam op. We moesten als kerkleden en kerkleiders door het water en door het vuur, maar kijk, we zijn er nog!’, lacht hij, met een knipoog naar Jesaja 43:2. ‘We hielden vast aan ons geloof, onze waarden en principes. We lieten in die donkere jaren ons licht schijnen, en dat viel op. Het vertrouwen van de Cubanen in de kerken is enorm groot.’
De kerken in Cuba werken ondanks hun onderlinge verschillen goed samen. ‘Kerken geloven dat ze onderdeel zijn van Gods plan met Cuba. En wij als Bijbelgenootschap geloven dat we in dat plan belangrijk zijn. Want wat zijn christenen zonder Bijbel?’
Grote honger naar de Bijbel
Het belangrijkste onderdeel van het Bijbelwerk op Cuba is simpelweg Bijbels verspreiden. ‘Dat was jarenlang onmogelijk’, zegt Ortega. ‘Het project Een miljoen Bijbels voor Cuba – dat gesteund werd door onder meer het NBG – was alleen bedoeld voor kerkleden. Nu kunnen we ook Bijbels leveren voor missionaire doeleinden. Er zijn op Cuba meer dan 50.000 huiskerken en er worden overal nieuwe kerken gesticht: katholiek, protestants, evangelisch, pinkster. De Geest is hier aan het werk. Maar onze grote frustratie is dat we niet genoeg Bijbels hebben. Vooral niet voor kinderen en voor jonge mensen die net tot geloof gekomen zijn. Maar ook voor andere doelgroepen, zoals gevangenen.’
Kinderbijbels gevraagd
‘Onze kerken zitten vol kinderen. En die zijn belangrijk om anderen te bereiken, zoals hun ouders’, legt Ortega uit. ‘Pas was ik in een kerk met wel 400 kinderen (zie foto). Dat maken we regelmatig mee, in kerken van alle denominaties. In de donkere jaren van de vorige eeuw zijn de kerken een complete generatie kwijtgeraakt, maar nu zien we een enorme behoefte aan kinderbijbels. Kinderen komen thuis van de zondagsschool of het zomerkamp met Bijbelverhalen. Via de kinderen komen de kerken ook met de ouders in contact. Op Cuba wonen meestal drie generaties in één huis. Zelfs als er al een Bijbel is, is dat vaak niet genoeg: er zijn Bijbels nodig voor kinderen en jongeren.’
Montano bezocht in oktober een kerk vol kinderen. Ze waren wekenlang met de Bijbel bezig geweest en kregen nu een eigen kinderbijbel. ‘Je had moeten zien hoe blij ze daarmee waren.’
5.000 Bijbels op één dag
Waar de beide Cubanen het meest van onder de indruk zijn, is de enorme groei van de kerk en van hun werk. ‘We waren een keer op bezoek in het oosten van ons land, 700 kilometer van Havana. We werden verwacht bij een openluchtkerkdienst in een partycentrum. Toen we aankwamen, zaten er al 3.000 mensen te wachten. We hadden 3.000 Bijbels bij ons om te verspreiden en 2.000 voor de kerken, maar halverwege de kerkdienst waren alle 5.000 Bijbels al op. Er bleven maar mensen binnenstromen – ook veel niet-gelovigen. Die kwamen af op de muziek en de toespraken. Op een gegeven moment barstte er een stortbui los. We vroegen de mensen om naar huis te gaan en de volgende dag terug te komen, maar dat wilden ze niet. Ze wilden niet weg zonder Bijbel.’
Politiecontrole
Montano woont in Havana. ‘Toen ik daar op een zondag in mijn auto reed’, vertelt hij, ‘hield een agent mij aan. Hij wilde mijn autopapieren zien en vroeg waar ik vandaan kwam. “Uit de kerk”, zei ik. “Oh, heb je dan een Bijbel voor me?” vroeg hij. “Natuurlijk”, zei ik en ik gaf hem er vijf, want ze waren met z’n vijven. Precies een week later haalde een motoragent met zwaailicht en sirene me in. Hij gaf een stopteken. Ik dacht al dat ik in de problemen zat en pakte mijn papieren. Maar de agent zei: “Nee nee, dit is geen controle – ik wil graag meer Bijbels!” Hij was een van de agenten aan wie ik een week eerder een Bijbel had gegeven. Iedereen thuis had erin gelezen en de buren wilden er ook graag een.’
De Bijbel verandert Cuba
Een Bijbeltekst waar Ortega veel aan heeft, is Jesaja 40:8: gras verwelkt en bloemen vallen af, maar het woord van God houdt altijd stand. ‘Veel Cubanen zijn somber, gefrustreerd, zonder hoop. Ze zien politici en ideologieën komen en gaan. Maar Gods boodschap van liefde voor de wereld is blijvend en laat mensen opbloeien.’ Hij en Montano zien levens veranderen onder invloed van de Bijbel: ‘De economische situatie van veel Cubanen is niet best. Hun enige houvast is hun geloof.
‘Het mooiste cadeau dat je ze kunt geven is een Bijbel. Er wordt vaak gesproken over economische ontwikkeling en meer handel, maar wat Cuba vooral nodig heeft, is geestelijke groei. In rijke landen zijn veel mensen welvarend, maar worstelen ze met de zin van hun leven en zijn ze God kwijt. Cuba heeft de hoop uit de Bijbel nodig, maar ook Bijbelse waarden, zoals gemeenschapszin, stabiele gezinnen en onderlinge hulp. En die kennen we al, omdat we in een arm land wonen. Dat maakt dat Cuba vruchtbare grond is voor het evangelie.’
Torenhoge verwachtingen
De oprichting van het CBG is een historisch moment. In de jaren 1950 was er op Cuba een kantoor van het Amerikaans Bijbelgenootschap. Na de machtsovername door Fidel Castro in 1958 werd dat bestempeld als ‘winstgevende Amerikaanse onderneming’ en moest sluiten. In 1983 werd een Commissie voor de Bijbel opgericht, die probeerde voor Bijbels te zorgen, in samenwerking met de UBS. Na veertig jaar is er eindelijk een volwaardig Bijbelgenootschap. ‘De verwachtingen aan ons adres zijn torenhoog’, zeggen Daniel Ortega en Alain Montano. ‘De infrastructuur is onze eerste prioriteit: magazijnen en winkels openen, auto’s aanschaffen en personeel aantrekken. Ook werken we samen met de kerken en met andere Bijbelgenootschappen. Zo hopen we aan middelen te komen voor ons werk.’
Op 25 december werd op Cuba een groot kerstconcert uitgezonden, georganiseerd door de kerken in het Nationale Theater.
Wil je onze Bijbelprojecten steunen?
Interview: Peter Siebe