‘De Bijbel voor iedereen’, dat is onze missie. We zijn in 1814 opgericht om de Bijbel te verspreiden, en het is nog altijd een belangrijk onderdeel van ons werk. Net als alle andere Bijbelgenootschappen zorgen we ervoor dat iedereen die wil de Bijbel kan lezen, als boek of online. Daarnaast steunen we Bijbelgenootschappen in armere landen om daar de Bijbel te verspreiden. Hoe pakken we Bijbelverspreiding aan?
De Bijbel is hét boek over Gods liefde voor de wereld. Iedereen zou die boodschap moeten kunnen lezen, maar voor veel mensen is een Bijbel te duur of onbereikbaar. Daarom steunen we jaarlijks zo’n zestig Bijbelverspreidingsprojecten in het buitenland, en vragen we onze leden en donateurs om daaraan bij te dragen. Dat was al het doel waarom we ooit opgericht zijn: in de 19e eeuw maakten we de Bijbel letterlijk bereikbaar (met paard en wagen brachten we Bijbels naar de dorpen) en ook financieel (een ongeschreven regel binnen de United Bible Societies is dat je een Bijbel zou moeten kunnen kopen voor een dagloon). Ook nu nog is de letterlijke bereikbaarheid van de Bijbel niet overal vanzelfsprekend. In Angola werd daarom bijvoorbeeld een paar jaar geleden in een afgelegen provincie een Bijbelwinkel geopend, zodat de mensen niet eerst acht uur met de bus naar de stad hoefden om een Bijbel te kopen.
1. Bijbels goedkoper aanbieden
Je kunt niet in de Bijbel lezen als je er geen hebt. Zo simpel is het. De belemmerende factoren zijn de distributie of de kosten. Een Bijbel mag niet zoveel kosten dat hij voor de meeste mensen veel te duur is. Neem opnieuw Angola, een groot land met weinig infrastructuur en veel armoede. Er zijn weinig boekwinkels en de post functioneert maar matig. Dat stelt het Angolees Bijbelgenootschap voor twee vragen: ‘wat mag een Bijbel kosten in ons land?’, en: ‘hoe zorgen we dat mensen daadwerkelijk aan een Bijbel kunnen komen?’
Een rekenvoorbeeld
Stel, een Bijbel drukken kost 4 dollar (dit is een fictief bedrag – de drukprijs is geheel afhankelijk van het type Bijbel, de uitvoering, de oplage, en of het een complete Bijbel is of niet). In Europa zou, vanwege ons systeem van boekverkoop via boekhandels (die natuurlijk moeten verdienen aan een boek) en centrale opslag van boeken, de winkelprijs dan vijf keer zo hoog zijn: 20 dollar.
Maar zo werkt het niet in landen waar veel mensen te weinig geld hebben om via een boekhandel een Bijbel te kopen. Bijbelgenootschappen rekenen om te beginnen de werkelijke prijs uit – de kostprijs. Die omvat naast de drukkosten ook transportkosten, inklaringskosten (als een boek in het buitenland gedrukt is) en opslagkosten. Laten we voor het voorbeeld zeggen dat de ‘overige kosten’ nog 2 dollar zijn – dan is de kostprijs van de Bijbel dus 6 dollar. De verkoper van de Bijbel (in dit geval een Bijbelgenootschap) zou minimaal 9 dollar moeten vragen voor zo’n Bijbel – met de ‘extra’ 3 dollar kan dan het personeel betaald worden dat de Bijbels verspreidt, en kan ‘gespaard’ worden voor de inkoop van nieuwe Bijbels als dat nodig is.
Stel, het Bijbelgenootschap stelt vast dat voor veel mensen die 9 dollar te duur is, dan kan het besluiten tot gesubsidieerde Bijbelverspreiding. In dat geval betaalt het Bijbelgenootschap het verschil tussen de laagste ‘gezonde’ prijs (in ons voorbeeld 9 dollar) en de werkelijke prijs die mensen betalen (bijv. 2 dollar). Per Bijbel is in dit voorbeeld 7 dollar subsidie nodig. Zulke projecten voor gesubsidieerde verspreiding kunnen in aanmerking komen voor steun van Bijbelgenootschappen uit rijke landen. Dat bepalen we samen met andere Bijbelgenootschappen van de United Bible Societies.
2. Bijbels gratis verspreiden
Maar er kan ook een ander besluit vallen in een arm land als Angola. Moet de prijs van een Bijbel daar dan toch nog 2 dollar zijn? Of kan een Bijbel dan beter gratis zijn? Een Afrikaanse collega van me zei: ‘Gratis is voor de geiten’. Hij wilde maar zeggen dat je wel moet uitkijken: soms wordt een gratis Bijbel nooit gelezen. Maar er zijn ook mensen zijn die écht geen geld hebben en toch écht graag een Bijbel willen. Arme mensen, kinderen in een tehuis, of mensen die gevangen zitten bijvoorbeeld. Dus dan kan het besluit vallen om een project op te zetten voor gratis Bijbelverspreiding.
3. Bijbelverspreiding als deel van een groter project
Er is nog een derde categorie van projecten. Sociale projecten – voor bijvoorbeeld schoolkinderen, gevangenen of drugsverslaafden – of projecten voor Bijbelgebruik. Daarbij is Bijbelverspreiding een belangrijk onderdeel: het project is Bible based, zoals dat heet. Dan denk ik bijvoorbeeld aan onze Samenleesbijbel. Die hebben wij als NBG ontwikkeld. Toen we honderd verhalen daaruit hadden vertaald in het Engels en lieten zien aan onze collega Bijbelgenootschappen, kwamen er enthousiaste reacties uit Afrikaanse, Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen. Zo’n Bijbel wilden ze graag gebruiken om uit te delen in hun sociale projecten. En daar hebben we gehoor aan gegeven. De Samenleesbijbel 100 stappen is inmiddels door geïnteresseerde Bijbelgenootschappen zelf vertaald en aangepast voor hun land. Hij is er inmiddels in dertien talen en dit jaar komen daar nog vijf bij. Tegelijkertijd is deze Bijbel een tool om via Bijbellezen ook aan iets anders te werken. In Honduras bijvoorbeeld gaat het om sociale samenhang, als tegenwicht tegen het geweld in het land, en in Palestina om steun aan christelijke gezinnen onder zware druk. Die Samenleesbijbel in het Spaans of Arabisch ziet er echt mooi uit. Ik vind het fantastisch dat we aan tienduizenden gezinnen zo’n mooi cadeau geven (in 2023 bereiken we de mooie mijlpaal van 500.000 verspreide exemplaren).
Wat zijn de criteria?
Wereldwijd zijn er honderden Bijbelverspreidingsprojecten in een van deze drie categorieën. Hoe maken we onze keuze om zo’n project te steunen? Eén criterium noem ik meteen. Als we een vertaalproject hebben gesteund, steunen we ook de verspreiding van deze vertaling in het eerste jaar na publicatie. Want het gaat ons erom dat de Bijbel bij de mensen komt. Een ander criterium is, dat we een goede mix willen: spreiding over verschillende werelddelen, Bijbels voor kinderen en voor volwassenen, enzovoorts. Een derde criterium is continuïteit. In Honduras, bijvoorbeeld, hebben we 76.000 exemplaren van de Biblia Familiar 100 Pasos verspreid. Bij voorkeur gaan we door, als we merken dat een project goed loopt. Dat bevordert de effectiviteit. En ja, we moeten altijd Bijbelgenootschappen teleurstellen. Want er worden in UBS-verband altijd veel meer projecten aangevraagd dan er geld beschikbaar is.’
Wat is de impact?
Uiteindelijk gaat het ons niet om aantallen verspreide Bijbels, maar om de impact in het leven van mensen. Beter 100 verspreid en gebruikt, dan 1000 uitgedeeld en niet gelezen. Je ziet in niet-westerse context vaak dat de relevantie van de Bijbel onbetwist is, en dat het verspreiden van de Bijbel onder mensen die graag een eigen Bijbel zouden willen hebben, bijna automatisch leidt tot Bijbelgebruik. Tegelijk zijn de sociale projecten waarin de Bijbel een belangrijke inhoudelijke rol speelt, zeker ook belangrijk: mensen leren in de projecten ook hoe de Bijbel verandering kan brengen in het leven!