Hoe kwam je op het idee om naar Taizé te gaan?
‘Taizé is een plek in Frankrijk, een oecumenisch jongerenklooster, waar jaarlijks duizenden jongeren uit heel Europa samenkomen. Vroeger ben ik als jeugdouderling meerdere keren naar Taizé geweest. Ik vond en vind het heel bijzonder om de broeders die daar wonen en hun manier van leven van heel dichtbij mee te maken. En dat is gebleven: je wordt er stilgezet en komt tot rust, je wordt bij de bronnen van het geloof bepaald. Ik vind het zo’n gave plek dat ik jongeren gun om daar het geloof te ervaren. Nu probeer ik als voorganger jaarlijks met jongeren uit Woerden te gaan.’
Waarom ging je met de NBV21 naar Taizé?
‘Ik heb een goed contact met de Nederlandse broeder Sebastien. Ik meld altijd bij hem dat ik weer met een groep naar Taizé kom. In 2020 en 2021 konden we niet gaan. Maar afgelopen zomer kon het gelukkig weer! Voordat ik zou gaan, zag ik een post op Twitter voorbijkomen van een collega uit Zwolle die vertelde dat hij zijn NBV2004 had achtergelaten in Taizé omdat ze nog niet een nieuwere vertaling hadden. Samen met het NBG besloten we daarom de NBV21 met de deuterocanonieke boeken te overhandigen, omdat Taizé een oecumenisch klooster is. In de vieringen worden verschillende talen gebruikt, zoals Engels, Frans en Duits. Maar de belangrijkste kernteksten klinken in de viering ook in andere talen, zoals in het Nederlands. Jongeren voelen dan meer herkenning van thuis. En dan is het fijn als de kernteksten klinken in de meest recente vertaling. Deze overhandiging laat de verbinding tussen het Bijbelgebruik in Taizé en het werk van het NBG zien.’
Wat heeft deze ervaring de jongeren uiteindelijk gebracht?
‘Ik ging met tien jongeren naar Taizé. Ze wisten niet wat ze konden verwachten en wat het met ze zou doen. Maar ze hadden bijna allemaal wel zoiets van: deze reis komt op een goed moment, omdat het zo druk was geweest en er veel speelde in hun levens. En alle tien werden ze in Taizé echt even stilgezet. Het was een plek waar ze op adem konden komen en opladen. De Bijbel gaat open, je bidt, je zingt, je ontmoet andere jongeren en meer gebeurt er eigenlijk niet.
Ik wist niet dat het zó nodig was voor een jonge generatie om dat te ervaren. Het was keihard nodig, want we leven in tijd waarin jongeren veel druk ervaren. En er zijn weinig plekken waar die druk er even wordt afgehaald, waar je gewoon mag ‘zijn’.’
Je nam de NBV21 mee, wat betekent die vertaling voor jou persoonlijk?
‘Ik heb altijd wel gewerkt met actuele Bijbelteksten. Ik ben geschoold als predikant, ik ken het Grieks en het Hebreeuws. En als ik daar dichtbij wil blijven, kom ik vaak bij minder toegankelijke vertalingen terecht. Prima voor een Bijbelkring, maar voor een dienst op zondag en contact met jongeren, moet je verbinding kunnen maken. Dus dan werk ik het liefste met de NBV21.
Het mooie aan de NBV21 vind ik dat je ziet dat er werk is gemaakt van de herziening. Een bijzonder moment vond ik afgelopen kerst. Normaal leest iemand anders voor in de kerkdienst. Maar het kerstverhaal lees ik zelf voor, en dat blijft me altijd goed bij. Het oude beeld van het kerstverhaal is dat alle herbergen vol zijn. Maar nu las ik: ‘Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het gastenverblijf.’ En dat woord raakte me. Gastenverblijf geeft meer weer wat het was, er was geen plek waar iemand te gast kon zijn. Bij een herberg denk ik eerder aan een vol hotel. Maar hoe vaak komt het niet voor dat we zeggen ´het is vol, er kan niemand meer bij´, zoals met de vluchtelingen? En dát is de omgeving waarin Jozef en Maria rondtrokken. En dat viel me in de NBV21 ineens extra op.’
Welke rol speelt de Bijbel in jouw leven?
‘Als predikant kan je niet zeggen dat de Bijbel geen rol in je leven speelt. De Bijbel gaat elke dag open als gevolg van mijn werk of ik het nou leuk vind of niet. Gelukkig vind ik het wel leuk. De Bijbel zelf spreekt het meeste tot mij als ik eruit voorlees en er echt induik. In het bijzonder bij de gelijkenissen van Jezus. Die gelijkenissen zijn elke keer zo ongelofelijk raak. Maar ook andere delen van de Bijbel kunnen mij boeien. Deze zomer had ik een serie over de eerste verhalen uit Genesis. In die verhalen komen alle thema’s voor waar we als mens telkens weer mee worstelen. Alsof God al wist wat voor vlees Hij in de kuip had toen Hij ons deze verhalen aanreikte. Door Bijbelverhalen te lezen, ga je terug naar je bron en laat je je voeden. Niet door een God die druk oplegt, maar een God die dingen aan je vraagt, zo worden wij ver-antwoord-elijke schepsels. Dat ik mijn werk mag doen met zulke mooie verhalen, is een groot voorrecht.’
Interview en tekst: Laura Zitman