Hoofdinhoud

Directeur Sigit Triyono over het Bijbelwerk in Indonesië: ‘Ik ben zelf een levend bewijs van de kracht van de Bijbel in mijn land’ 

‘Ik groeide op in een moslimgezin en liep op blote voeten. Ik had nooit kunnen denken dat ik zou worden wat ik nu ben.’ Dat vertelt Sigit Triyono als ik hem ontmoet op het NBG-kantoor. Hij is directeur van een van de grootste Bijbelgenootschappen ter wereld, in Indonesië. Wat betekent de Bijbel in dat enorme land met zijn 17.000 eilanden? En hoe krijgen Triyono en zijn medewerkers het voor elkaar om elk jaar 1 miljoen Bijbels te verspreiden?

De aanleiding voor Triyono’s bezoek aan Nederland was de lancering van de vernieuwde Indonesische Bijbel, Alkitab Terjemahan Indonesia Baru. Die verscheen in 2023 in Indonesië en werd op 1 februari 2025 binnengehaald in Nederland met een feest in de Indonesische kerk in Amsterdam. ‘Prachtig’, vond Triyono. ‘Ik zag hoe blij de mensen met deze Bijbel waren. De Indonesische kerken in Nederland hebben hier erg naar uitgekeken.’ De oudste generatie kerkleden kwam na de koloniale tijd naar Nederland; de jongere kerkleden zijn voor studie of werk uit Indonesië naar Nederland gekomen. 

Het Indonesisch Bijbelgenootschap (IBG) werd opgericht in 1954. Het IBG vertaalde de complete Bijbel in het Indonesisch. Deze Alkitab Terjemahan Indonesia Baru verscheen in 1974, en daarvan is dus nu een nieuwe versie beschikbaar. ‘Het was de allereerste oecumenische Bijbelvertaling ter wereld’, vertelt Triyono met bescheiden trots. ‘Dat komt omdat samenwerking tussen alle kerken in ons land onmisbaar is. Alle kerken, van evangelisch tot Rooms-Katholiek, van oosters-orthodox tot Leger des Heils, gebruiken deze Bijbelvertaling.’ Indonesië telt 280 miljoen inwoners, waarvan slechts 10% christelijk is. ‘Dat lijkt misschien weinig, maar we werken dus wel voor 28 miljoen mensen’, lacht Triyono. Dat zijn meer dan alle Nederlanders en Vlamingen bij elkaar. Zijn Bijbelgenootschap heeft circa 360 mensen in dienst en is daarmee op een na het grootste ter wereld.  

Het Bijbelwerk in Indonesië staat voor grote uitdagingen. Het land kent meer dan 700 talen. Het NBG steunt enkele vertaalprojecten, bijvoorbeeld in het Manyaan, een van de talen van Borneo, zie bijbelgenootschap.nl/project/het-oude-testament-voor-de-maanyan-dayak-in-indonesie/ 

Ook telt Indonesië maar liefst 334 verschillende christelijke denominaties. ‘Samenwerken met al die kerken is een uitdaging’, geeft Triyono toe. ‘Ze zijn verenigd in acht samenwerkingsverbanden, voor de katholieken, de protestanten, enzovoorts. Ons contact met de kerken loopt via die acht organisaties.’ 

Een tweede uitdaging is het feit dat christenen een kleine minderheid zijn. Wat betekent dat voor het Bijbelwerk? Triyono: ‘Respect voor de vijf grootste godsdiensten, waaronder het christendom, is vastgelegd in de Indonesische grondwet. De overheid ziet ons als een verlengstuk van de kerken, omdat het IBG de kerken van Bijbels voorziet. Dat is gunstig voor ons werk. Ook hebben we goede relaties met het onderwijs, het zakenleven en het Ministerie van Godsdienst. Christenen kunnen in het grootste deel van ons land redelijk ontspannen leven, behalve in het streng-islamitische Atjeh. Daar zijn maar een paar kerken, alleen in de grote steden. Ben je daar christen in een dorp, dan heb je het moeilijk. Op Java is dat heel anders. De Javaanse cultuur is gericht op harmonie; dat zorgt voor een sfeer van tolerantie.’ 

De volgende uitdaging is de logistiek. Indonesië bestaat uit 17.000 eilanden. Hoe krijgt het IBG het dan voor elkaar om elk jaar een miljoen complete Bijbels te verspreiden, plus 700.000 Nieuwe Testamenten? Triyono: ‘Dat loopt via boekhandels en webshops, via bestellingen van kerken, én via ons programma voor gratis Bijbelverspreiding. In 2024 verspreidden we 155.000 gratis Bijbels in afgelegen gebieden.’  

Hoe komen die miljoenen Bijbels bij de mensen? Triyono, met pretogen: ‘We brengen ze met de auto naar het vliegveld. Dan gaat het verder per vliegtuig. Daarna met de boot naar het eiland waar ze naartoe moeten. En het laatste stukje gaat per motor, per brommer, op de fiets of zelfs lopend.’ 

Onvergetelijk was wat Triyono meemaakte in een Papoeadorp waar Bijbels werden uitgedeeld. ‘Ik zag een oude man staan met een Bijbel in zijn handen en tranen in zijn ogen. Ik ging naar hem toe en vroeg waarom hij huilde. “Omdat ik vandaag zo gelukkig ben” zei hij. “Ik heb twintig jaar gewacht op een Bijbel. Ik ben zo blij dat jullie hier nu zijn en Bijbels komen brengen.” Ik vroeg hem om iets voor te lezen uit zijn Bijbel. Maar hij barstte opnieuw in tranen uit en zei: “Dat kan ik niet. Ik kan niet lezen.” Dat is waar we tegenaan lopen: veel mensen kunnen niet aan een Bijbel komen, en als we dan voor een Bijbel zorgen, blijkt dat ze niet kunnen lezen. Daarom organiseren we alfabetiseringsprojecten. Afgelopen jaar deden we dat op Siberut, een eiland voor de westkust van Sumatra. Daar hebben 1.100 mensen leren lezen.’ 

© NBG

Wat betekent de Bijbel in Indonesië? ‘Dat is een grote vraag. Laat ik beginnen bij de kracht van de Bijbel in het persoonlijke leven’, zegt Triyono. ‘Daar ben ik zelf een levend bewijs van. Ik ben geboren in een islamitisch gezin in een kampong op Java. Toen ik negen jaar was, ben ik gedoopt. Ons gezin ging over naar het christendom. Dat zorgde voor een verandering van levensstijl. Vanaf toen was er meer discipline, bijvoorbeeld in het omgaan met tijd en met schoolwerk. Vrouwen en mannen werden als gelijkwaardig beschouwd en we wilden vooruitkomen. Onze ouders zochten goed onderwijs voor ons, buiten de kampong. Ons dorp was arm. Ik liep op blote voeten omdat er geen geld was voor schoenen.’ 

Waarom maakte het gezin deze grote overstap? ‘Mijn vader en moeder gaven les op school’, vertelt Triyono. ‘Daardoor kenden ze de kleine christelijke gemeenschap in de kampong. Die trok hen aan. Er waren destijds (in de jaren 1960, PS) grote politieke spanningen rondom de communistische partij. In de christelijke gemeenschap was die spanning er niet. Christenen hielden zich afzijdig van politiek en gingen met elkaar om in en sfeer van harmonie en respect. In die jaren zijn heel wat Javaanse islamitische gezinnen overgegaan naar het christendom Een deel van mijn familie is nog steeds islamitisch, maar we gaan goed met elkaar om. Dat heeft ook weer te maken met de Javaanse cultuur.’ 

Maar de Bijbel verandert niet alleen het persoonlijk leven van mensen, weet Triyono. ‘De beste scholen in ons land zijn christelijke scholen. Veel mensen die daar middelbaar en hoger onderwijs volgen, krijgen leidende functies. Daardoor draagt de Bijbel ook bij aan de ontwikkeling van ons land.’ 

Ook het IBG draagt daaraan bij. ‘De helft van het personeel in onze drukkerij bestaat uit moslims. De samenwerking met hen gaat probleemloos. We laten daarmee zien dat we verdraagzaam zijn. We willen een voorbeeld geven van goede omgang met elkaar ondanks geloofsverschillen. Gematigde islamitische organisaties weten en waarderen dat. Ze komen regelmatig op werkbezoek bij ons om meer te weten te komen over de achtergronden en geschiedenis van de Bijbel.’ 

Als je de verdraagzaamheid aan beide kanten ziet, zou je kunnen denken dat het op hetzelfde neerkomt, of je christen of moslim bent. Toch is Triyono het daar niet mee eens. ‘In de Indonesische context is het geen lood om oud ijzer. Ja, er zijn overeenkomsten tussen islam en christendom, maar ook verschillen. Wij noemen God ‘Allah’, net als moslims. Maar voor christenen is Allah drievuldig: God de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Voor moslims is Allah enkelvoudig. Hun godsbeeld is anders. Ze zien God niet als iemand met Wie je een persoonlijke band kunt hebben, maar eerder als streng, zwart-wit, oordelend. Een moslim zal God nooit “Onze Vader in de hemel” noemen.’ 

Inzegening © NBG/Paul Abspoel

Wat houdt Triyono gemotiveerd ondanks alle uitdagingen in zijn land? ‘Het is allereerst een kwestie van roeping’, zegt Triyono. ‘Met mijn werk wil ik God danken. Mijn levensweg was niet gemakkelijk. Toen ik nog op blote voeten liep, had ik nooit kunnen denken dat ik doctor in human resource management zou worden. Toch is dat gebeurd. Een grote zegen! De kansen die ik kreeg, heb ik niet zelf verdiend, maar van God gekregen. Hij is goed geweest voor mij en mijn familie.’  

En, aldus Triyono, er is nog iets wat hem drijft: ‘Ik zie enorm veel kansen om het goede nieuws van de Bijbel te delen. Kansen om Gods vriendelijkheid en liefde te laten zien aan mijn broeders en zusters, mijn familieleden en mijn landgenoten. Ik kan het niet laten!’ 

Sigit Triyono © NBG/Paul Abspoel

Triyono bedankt voor de steun voor het NBG uit Nederland

Om deze video te kunnen bekijken moet je ‘Sociale media en advertenties’-cookies accepteren. Klik hier om jouw cookie-instellingen te wijzigen.

Om deze video te kunnen bekijken moet je ‘Sociale media en advertenties’-cookies accepteren. Klik hier om jouw cookie-instellingen te wijzigen.

 Interview en tekst: Peter Siebe 

Interviews

Was dit interessant of nuttig? Deel dit bericht met je netwerk!