Hoofdinhoud

Hoe de Bijbel levens verandert in São Paulo

We zoeken graag naar woorden die de impact van ons werk beschrijven. En dan komen we uit bij de Bijbel zelf – het is de Bijbel die impact heeft in het leven van mensen. Onze rol is vooral om te faciliteren dat de Bijbel die impact kan hebben. ‘Onze’ impact heeft dus uiteindelijk te maken met wat de Bijbel teweegbrengt. ‘Gods Woord verandert mensen’ zeggen we geregeld. En het ‘hoe’ verschilt, per plek en per Bijbellezer.

Met deze woorden in mijn achterhoofd bezocht ik eind april een project van het Braziliaans Bijbelgenootschap in São Paulo. São Paulo is een immense stad met meer dan 20 miljoen inwoners. Meer dan een derde van hen leeft in favela’s – oftewel krottenwijken. Als je door de stad rijdt, wisselen chique wolkenkrabbers, woonhuizen en favela’s elkaar af. In Lucas 16:19-31 staat het verhaal van de rijke man die het er goed van nam, en de arme Lazarus die bij zijn huis in de poort lag. In São Paulo voelde het alsof ik me constant in dat Bijbelverhaal bevond: arm en rijk leven vlak bij elkaar.

São Paulo is een gevaarlijke stad. Natuurlijk moet je zoals in elke grote stad op je spullen letten, maar hier is meer aan de hand. Vanuit de favela’s zijn gangs actief die gewelddadige overvallen plegen. Mijn collega vertelde dat deze bendes vaak als volgt te werk gaan: ze ronselen heel jonge kinderen en laten die voor de auto’s de straat oplopen. Als de auto dan remt (en wat zou je anders doen?), volgt een gewapende overval. Soms worden mensen gekidnapt, soms in koelen bloede vermoord.

São Paulo heeft heel veel kerken. Gelukkig zijn er ook kerken die juist in de favela’s actief zijn. Natuurlijk om het evangelie te brengen, maar zeker ook om te kijken wat het evangelie praktisch kan betekenen in zo’n heftige omgeving. En praktisch is ook écht praktisch. Kinderen gaan of ’s ochtends of ’s middags naar school – en de rest van de dag moeten ze maar zien wat ze doen. De wijken kennen veel gebroken gezinnen: ouders werken vaak lange dagen, of ze zitten in de gevangenis. Soms komen kinderen daardoor al op straat terecht wanneer ze nog maar 3 of 4 jaar zijn; dan is de ‘bescherming’ van een gang eigenlijk de enige optie die ze hebben.

Op veel plekken hebben kerken opvangplekken gecreëerd voor deze kinderen. Via overheidssubsidie kunnen sociaal werkers en psychologen ingehuurd worden voor specialistische zorg, maar het grootste deel van het werk doet de kerk zelf. Ze zorgen voor een programma met spelletjes, beweging, ontbijt of lunch, en natuurlijk ook samen de Bijbel lezen. Het Braziliaans Bijbelgenootschap is partner van ruim 1000 van zulke kerkelijke sociale centra. Het Bijbelgenootschap levert Bijbelmaterialen en – zo mogelijk nog belangrijker – training aan de vrijwilligers om tot een samenhangende aanpak te komen, gebaseerd op Bijbelse waarden als naastenliefde, omzien naar elkaar, oprechte vriendschap, hoop en tweede kans.

Wij bezochten zo’n sociaal centrum in Osasco, een favela tegen São Paulo aan. De kinderen waren net bezig met hun bewegingsles: lekker dansen op vrolijke muziek. De leiding vertelde hoe belangrijk het voor de kinderen was om liefde en geborgenheid te ervaren. Met een simpele methode peilt de leiding hoe het met de kinderen gaat: als ze binnenkomen, mogen ze een smiley kiezen om te vertellen hoe ze zich voelen. Het was verdrietig om te zien hoeveel kinderen somber of depressief binnenkomen. Bij vertrek moeten ze weer een smiley kiezen – en gemiddeld is de score dan een stuk beter. Behalve bij één jongetje, vertelde de leiding. Die koos bij het weggaan altijd een verdrietige smiley. Toen ze hem vroegen waarom, vertelde hij: ‘Het is hier zo fijn, ik wil hier niet weg.’

Het doel van het programma is dat kinderen een andere weg aangereikt krijgen dan die van de gang. De gang biedt schijnveiligheid en schijnvriendschap. De weg van échte vriendschap, en een échte toekomst is wat de centra de kinderen willen bieden. Inmiddels zijn er ook tieners die een studie zijn gaan volgen, met support vanuit de centra. Hun leven is veranderd.

Bij ons vertrek mochten we op de foto met de kinderen. Toen ze hoorden dat we uit Nederland kwamen, viel hun mond open: zo ver weg… Een jongetje wilde heel graag met mij op de foto; hij legde zijn arm op mijn schouder en stak z’n duim op. Die foto is nu mijn profielfoto op WhatsApp. Ik wilde hier opschrijven dat de foto van het jongetje voor mij een prachtige illustratie is van hoe de Bijbel mensen verandert. Totdat ik me realiseerde: dit geldt net zo goed voor mijzelf.

Rieuwerd Buitenwerf, directeur Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Impactverhaal

Was dit interessant of nuttig? Deel dit bericht met je netwerk!