Elke dag een Bijbeltekst

¹⁸9:18-27 Mat. 16:13-28Marc. 8:27-9:1Mat. 16:13-28Marc. 8:27-9:1Toen Jezus eens aan het bidden was en alleen de leerlingen bij Hem waren, stelde Hij hun de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ ¹⁹9:19 Mat. 14:1-2Marc. 6:14-15Luc. 9:7-8Mat. 14:1-2Marc. 6:14-15Luc. 9:7-8Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, maar anderen zeggen Elia, en weer anderen beweren dat een van de oude profeten is opgestaan.’ ²⁰9:20 Luc. 23:35Joh. 6:68-69Luc. 23:35Joh. 6:68-69Hij zei tegen hen: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Petrus antwoordde: ‘De door God gezonden messias.’ ²¹Hij gebood hun uitdrukkelijk dat tegen niemand te zeggen. ²²9:22 Mat. 16:21Marc. 8:31Luc. 9:4417:2518:31-3324:7,46Mat. 16:21Marc. 8:31Luc. 9:4417:2518:31-3324:7,46Hij zei: ‘De Mensenzoon zal veel moeten lijden en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden worden verworpen en gedood, maar op de derde dag zal Hij uit de dood worden opgewekt.’ ²³9:23-24 Mat. 10:38-39Mat. 10:38-399:23 Luc. 14:27Luc. 14:27Tegen allen zei Hij: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en Mij volgen. ²⁴9:24 Luc. 17:33Joh. 12:25Luc. 17:33Joh. 12:25Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden. ²⁵Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar zichzelf verliest of schaadt? ²⁶9:26 Luc. 12:9Luc. 12:9Als iemand zich schaamt voor Mij en mijn woorden, zal de Mensenzoon zich ook voor hem schamen, wanneer Hij komt in de stralende luister die Hemzelf, de Vader en de heilige engelen omgeeft. ²⁷Ik verzeker jullie dat sommigen die hier aanwezig zijn de dood niet zullen ervaren voordat ze het koninkrijk van God hebben gezien.’